Terug naar overzicht

Het creatieve proces is als ademhalen

School of Creative Thinking - Artikel - Het creatieve proces is als ademhalen

Adem in, adem uit: het creatieve proces is als een ademhaling. Ik geloof dat dit de mooiste metafoor was die ik hoorde tijdens het eerste blok van de opleiding Verdieping Toegepaste Creativiteit die ik dit jaar (2019) volg bij het de School of Creative Thinking. Het hart van de opleiding vormt Creative Problem Solving (CPS), een procesmodel dat gestoeld is op het werk van Alex Osborn en Sidney Parnes. CPS helpt je als facilitator om teams stapsgewijs te begeleiden in het ontdekken van kansen en (geaccepteerde) oplossingen met gebruik van je creatieve mindset. En die creatieve mindset, daar begint het allemaal mee. CPS vraagt om een bepaalde manier van denken, én van handelen. Ik heb al redelijk wat technieken in mijn toolbox zitten en aan een creatieve mindset ontbreekt het me niet, maar de grootste vraag waarmee ik me op deze opleiding inschreef was: “Hoe, en vooral waar in het proces, zet ik deze werkvormen en mindset in bij het begeleiden van teams in probeemoplossing?” Dit eerste blok (er zijn er 6 in totaal), gaf mij al een aantal zeer waardevolle inzichten.

1. Wat is mijn eigen creatieve dna?
Wil je iets betekenen voor anderen, kent dan uwzelve eerst. Het eerste blok stond in het teken van ‘Het Creatieve DNA’: Wat is mijn eigen denkvoorkeur? Hoe gedraag ik me in teams? Voor welk onderdeel heb ik heimelijk een voorliefde? Als je je eigen voorkeuren kent, zie je ook beter je eigen rol in het proces.
Als voorbereiding op dit blok moest ik thuis de FourSight-test invullen. FourSight maakt inzichtelijk voor welk van de 4 denkprofielen jij een voorkeur hebt en waar je energie van krijgt: ben je een Verhelderaar, Ideeëngenerator, Ontwikkelaar of Doener? In plaats van de uitslag bekend te maken, werden we in groepjes geplaatst en moesten we samen een opdracht uitvoeren (‘bouw in 12 minuten met maximaal 12 items 2 identieke voorwerpen met elkaar’).
Het is grappig te zien dat toen we hoorden welk denkprofiel ieder teamlid had (wij zaten met drie ideeëngeneratoren bij elkaar), wat dit kan betekenen voor het slagen van de opdracht. FourSight maakt zichtbaar wat iemand nodig heeft om een taak met plezier en energie uit te voeren.

Ook inzicht in Multiple Intelligence (MI), gaf mij inspirerende handvaten om anders naar mensen te kijken: er bestaat méér dan alleen de linguistische of rekenkundige intelligentie (IQ), namelijk zo’n 8 typen, o.a. muzikaal-ritmisch, lichamelijk- kinestetisch, naturalistisch… Het begrip talent, als iets ‘wat je buiten je werk maar gebruikt’, kreeg ineens een heel andere lading: als je die verschillende intelligenties niet inzet op de werkvloer, is dat eigenlijk een gemiste kans. Goed om dit in gedachten te houden de volgende keer als ik met teams werk, dat ik probeer alle kanalen (visueel, auditief, met de handen etc.) aan te spreken zodat iedereen op zijn best kan zijn!

2. Wat is het dna van de organisatie?
Op hoger niveau doken we juist in het DNA van organisaties. Met welke cultuur heb je te maken als facilitator? We kregen inzicht in Spiral Dynamics, een soort ‘kleurwijzer’ van 8 kleuren (beige, paars, rood, blauw, oranje, groen, geel, turqouis) om te herkennen in welk ontwikkelniveau een organisatie zit zodat je kan inschatten of je interventie wel of geen grond gaat vinden. Dit leverde dan ook hilarische (en herkenbare) sketches op bij het oefenen met de kleuren. Met terugwerkende kracht begrijp ik nu beter waarom alleen kennis van creatief denken en enthousiasme niet altijd voldoende bleken om mensen in beweging te krijgen of ideeën te implementeren. Het is belangrijk mijn aanpak aan te laten sluiten bij het heersende gedachtengoed en de ‘mores’ van een organisatie, oftewel het niveau in Spiral Dynamics.

3. Is dit überhaupt een vraag voor creativiteit?
Misschien was dit nog wel het belangrijkste van dit blok: is het probleem eigenlijk wel een probleem dat vraagt om een creatief proces? Als creatieveling gooi ik het liefst overal een creatieve saus overheen, maar sommige zaken kun je simpelweg met boerenverstand of met expertise oplossen, daar heb je geen creatief proces voor nodig. Alleen hier al duidelijkheid in krijgen over hoe dit precies te achterhalen, verrijkt mijn kennis en kunde als facilitator.

4. Het creatieve proces als ademhalen en de middenstip
Het meest waardevol in deze tweedaagse vond ik dat ik letterlijk, fysiek bewegend, het Creative Problem Solving (CPS)-model doorliep op basis van onze eigen, actuele vraagstukken. Door de ruimte heen hingen de zes stappen van het CPS-model aan de muren, en in het midden lag voor mij de meest interessante stap: de ‘middenstip’. De plek van rust en reflectie. Mindfulness lijkt dan ook een belangrijke attitude voor een procesbegeleider, omdat je voortdurend (letterlijk) terug moet naar het midden, om met de informatie die op dat moment voorhanden is opnieuw te bekijken: wat is de volgende stap? Als facilitator is het belangrijk in het nu te blijven en goed te kijken, luisteren en voelen. En die middenstip, dat tekent voor mij het rustpunt in de creatieve ademhaling. In elk van de 6 stappen divergeer je (ademt in) en convergeer je (ademt uit), en je terugkeer naar middenstip is het stiltemoment in je ademcyclus. CPS voelt voor mij op deze manier als een heel natuurlijke manier van handelen. En misschien is dat ook zo? Zit deze wijsheid stiekem al in ons?

 

Femke Deckers

* Dit is het eerste deel van zes artikelen waarin Femke, deelnemer aan editie 2019 van de opleiding Verdieping Toegepaste Creativiteit, verhaalt over haar ervaringen. De opleiding heette toen Applied Creativity Advanced Program.